Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1330 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 39 euro en 43 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 54846 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1353 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 25 euro en 31 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 37827 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 13 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 6 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 9 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 4 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 10 gasten zitten, dan hebben 5 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 12 gasten zitten, dan zijn er 93 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 9 gasten zitten, dan hebben 5 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 11 gasten zitten, dan zijn er 55 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1278 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 33 euro en 41 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 47910 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 14 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 8 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 17 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 16 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 6 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 1 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 7 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 5 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1241 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 23 euro en 27 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 31079 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 7 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 6 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 16 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 4 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1311 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 37 euro en 45 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 53899 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 9 gasten zitten, dan hebben 5 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 13 gasten zitten, dan zijn er 111 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\)
Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.
Verbetersleutel
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1330 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 39 euro en 43 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 54846 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 39 euro }\\
\text{ 1330 - x is het aantal kaarten van 43 euro }\\
\color{red}{ 39.x+43.(1330 - x)=54846 }\\
\Leftrightarrow 39.x+43.1330-43.x=54846 \\
\Leftrightarrow -4.x+57190=54846 \\
\Leftrightarrow -4.x=-2344 \\
\Leftrightarrow x=-2344.\frac{1}{-4} = 586 \\
\text{Er zijn 586 kaarten van 39 euro en 744 kaarten van 43 euro.}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1353 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 25 euro en 31 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 37827 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 25 euro }\\
\text{ 1353 - x is het aantal kaarten van 31 euro }\\
\color{red}{ 25.x+31.(1353 - x)=37827 }\\
\Leftrightarrow 25.x+31.1353-31.x=37827 \\
\Leftrightarrow -6.x+41943=37827 \\
\Leftrightarrow -6.x=-4116 \\
\Leftrightarrow x=-4116.\frac{1}{-6} = 686 \\
\text{Er zijn 686 kaarten van 25 euro en 667 kaarten van 31 euro.}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 13 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 6 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 9 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 4 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 1462 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 10 gasten zitten, dan hebben 5 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 12 gasten zitten, dan zijn er 93 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 10.x+5 = 12.x -93 } \\
\Leftrightarrow 10.x - 12.x = -93 - 5\\
\Leftrightarrow -2x = -98\\
\Leftrightarrow x = 49 \\
\text{Er staan 49 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 9 gasten zitten, dan hebben 5 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 11 gasten zitten, dan zijn er 55 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 9.x+5 = 11.x -55 } \\
\Leftrightarrow 9.x - 11.x = -55 - 5\\
\Leftrightarrow -2x = -60\\
\Leftrightarrow x = 30 \\
\text{Er staan 30 tafels in de feestzaal.}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1278 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 33 euro en 41 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 47910 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 33 euro }\\
\text{ 1278 - x is het aantal kaarten van 41 euro }\\
\color{red}{ 33.x+41.(1278 - x)=47910 }\\
\Leftrightarrow 33.x+41.1278-41.x=47910 \\
\Leftrightarrow -8.x+52398=47910 \\
\Leftrightarrow -8.x=-4488 \\
\Leftrightarrow x=-4488.\frac{1}{-8} = 561 \\
\text{Er zijn 561 kaarten van 33 euro en 717 kaarten van 41 euro.}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 14 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 8 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 17 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 16 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 526 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 6 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 1 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 7 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 5 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 649 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1241 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 23 euro en 27 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 31079 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 23 euro }\\
\text{ 1241 - x is het aantal kaarten van 27 euro }\\
\color{red}{ 23.x+27.(1241 - x)=31079 }\\
\Leftrightarrow 23.x+27.1241-27.x=31079 \\
\Leftrightarrow -4.x+33507=31079 \\
\Leftrightarrow -4.x=-2428 \\
\Leftrightarrow x=-2428.\frac{1}{-4} = 607 \\
\text{Er zijn 607 kaarten van 23 euro en 634 kaarten van 27 euro.}
\)
- \(\text{In de 3e E vC had het Chinese leger een bijzondere manier om haar manschappen te tellen.}\\
\text{Tijdens het marcheren werd gevraagd om in rijen van (bvb.) 7 soldaten te lopen.}\\
\text{Achteraan noteerde iemand het aantal soldaten in de laatste (onvolledige) rij. Hier: 6 }\\
\text{Vervolgens werd gevraagd om in een ander aantal rijen te lopen, bvb. per 16 }\\
\text{De persoon achteraan noteerde (in dit geval) dat er 4 soldaten in de laatste rij stonden }\\
\text{Hoeveel soldaten zaten er in deze grote groep? }
\\--\\
\text{Dit vraagstuk heeft helemaal niets te maken met vergelijkingen van de eerste graad.}\\
\text{Het totaal aantal soldaten was 692 . Maar het had ook een andere waarde kunnen zijn.}\\
\text{Heb jij een idee?}
\)
- \(\text{De Red Flames spelen een wedstrijd tegen Portugal.}\\
\text{Door de coronamaatregelen waren er slechts 1311 toeschouwers.}\\
\text{De toegangskaarten kosten 37 euro en 45 euro.}\\
\text{In totaal bracht dit 53899 euro op.}\\
\text{Hoeveel kaarten waren er van elke soort?}\\--\\
\text{x is het aantal kaarten van 37 euro }\\
\text{ 1311 - x is het aantal kaarten van 45 euro }\\
\color{red}{ 37.x+45.(1311 - x)=53899 }\\
\Leftrightarrow 37.x+45.1311-45.x=53899 \\
\Leftrightarrow -8.x+58995=53899 \\
\Leftrightarrow -8.x=-5096 \\
\Leftrightarrow x=-5096.\frac{1}{-8} = 637 \\
\text{Er zijn 637 kaarten van 37 euro en 674 kaarten van 45 euro.}
\)
- \(\text{In een feestzaal staan tafels.}\\
\text{Als aan elke tafel 9 gasten zitten, dan hebben 5 gasten geen plaats }\\
\text{Als er aan elke tafel 13 gasten zitten, dan zijn er 111 plaatsen over}\\
\text{Hoeveel tafels staan er in de feestzaal?}
\\--\\
\text{x is het aantal tafels}\\
\color{red}{ 9.x+5 = 13.x -111 } \\
\Leftrightarrow 9.x - 13.x = -111 - 5\\
\Leftrightarrow -4x = -116\\
\Leftrightarrow x = 29 \\
\text{Er staan 29 tafels in de feestzaal.}
\)