Snelheid

Hoofdmenu Eentje per keer 

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal

  1. \(\)Laura legde een afstand van 41,76 km af aan een constante snelheid van 144 km/h . Hoe lang deed Laura hier over?\(\)
  2. \(\)Kaoutar legde een afstand van 11070 m af in 0,075 h . Hoe snel reed Kaoutar?\(\)
  3. \(\)Amal legde een afstand van 82944 m af aan een constante snelheid van 115,2 km/h . Hoe lang deed Amal hier over?\(\)
  4. \(\)Kaoutar rijdt aan een constante snelheid van 118,8 km/h voor een duur van 0,355 h . Hoe ver rijdt Kaoutar?\(\)
  5. \(\)Wietse rijdt aan een constante snelheid van 5 m/s voor een duur van 0,6 h . Hoe ver rijdt Wietse?\(\)
  6. \(\)Kaoutar legde een afstand van 88740 m af aan een constante snelheid van 122,4 km/h . Hoe lang deed Kaoutar hier over?\(\)
  7. \(\)Zoë rijdt aan een constante snelheid van 172,8 km/h voor een duur van 0,215 h . Hoe ver rijdt Zoë?\(\)
  8. \(\)Amal legde een afstand van 14472 m af aan een constante snelheid van 21,6 km/h . Hoe lang deed Amal hier over?\(\)
  9. \(\)Sofiane rijdt aan een constante snelheid van 172,8 km/h voor een duur van 2268 s. Hoe ver rijdt Sofiane?\(\)
  10. \(\)Ilias rijdt aan een constante snelheid van 14 m/s voor een duur van 0,08 h . Hoe ver rijdt Ilias?\(\)
  11. \(\)Zoë legde een afstand van 107,388 km af aan een constante snelheid van 38 m/s. Hoe lang deed Zoë hier over?\(\)
  12. \(\)Wietse legde een afstand van 130,824 km af in 0,79 h . Hoe snel reed Wietse?\(\)

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal

Verbetersleutel

  1. \(\begin{align}----&---- \\s&=41,76 km \\ v&=144 km/h \\ t&=? \\t &= \frac{s}{v} \\ \Leftrightarrow t &= \frac{41,76}{144} h \\ \Leftrightarrow t &= 0,29h\end{align}\)
  2. \(\begin{align}----&---- \\s&=11070 m \\ t&=0,075 h \\ v&=? \\s &= 11070 m \rightarrow s = 11,07 km \\v &= \frac{s}{t} \\ \Leftrightarrow v &= \frac{11,07}{0,075} km/h \\ \Leftrightarrow v &= 147,6km/h\end{align}\)
  3. \(\begin{align}----&---- \\s&=82944 m \\ v&=115,2 km/h \\ t&=? \\s &= 82944 m \rightarrow s = 82,944 km \\t &= \frac{s}{v} \\ \Leftrightarrow t &= \frac{82,944}{115,2} h \\ \Leftrightarrow t &= 0,72h\end{align}\)
  4. \(\begin{align}----&---- \\v&=118,8 km/h \\ t&=0,355 h \\ s&=? \\s &= v . t \\ \Leftrightarrow s &= 118,8 . 0,355 km \\ \Leftrightarrow s &= 42,174km\end{align}\)
  5. \(\begin{align}----&---- \\v&=5 m/s \\ t&=0,6 h \\ s&=? \\v &= 5 m/s \rightarrow v = 18 km/h \\s &= v . t \\ \Leftrightarrow s &= 18 . 0,6 km \\ \Leftrightarrow s &= 10,8km\end{align}\)
  6. \(\begin{align}----&---- \\s&=88740 m \\ v&=122,4 km/h \\ t&=? \\s &= 88740 m \rightarrow s = 88,74 km \\t &= \frac{s}{v} \\ \Leftrightarrow t &= \frac{88,74}{122,4} h \\ \Leftrightarrow t &= 0,725h\end{align}\)
  7. \(\begin{align}----&---- \\v&=172,8 km/h \\ t&=0,215 h \\ s&=? \\s &= v . t \\ \Leftrightarrow s &= 172,8 . 0,215 km \\ \Leftrightarrow s &= 37,152km\end{align}\)
  8. \(\begin{align}----&---- \\s&=14472 m \\ v&=21,6 km/h \\ t&=? \\s &= 14472 m \rightarrow s = 14,472 km \\t &= \frac{s}{v} \\ \Leftrightarrow t &= \frac{14,472}{21,6} h \\ \Leftrightarrow t &= 0,67h\end{align}\)
  9. \(\begin{align}----&---- \\v&=172,8 km/h \\ t&=2268 s \\ s&=? \\v &= 172,8 km/h \rightarrow v = 48 m/s \\s &= v . t \\ \Leftrightarrow s &= 48 . 2268 m \\ \Leftrightarrow s &= 108864m\end{align}\)
  10. \(\begin{align}----&---- \\v&=14 m/s \\ t&=0,08 h \\ s&=? \\v &= 14 m/s \rightarrow v = 50,4 km/h \\s &= v . t \\ \Leftrightarrow s &= 50,4 . 0,08 km \\ \Leftrightarrow s &= 4,032km\end{align}\)
  11. \(\begin{align}----&---- \\s&=107,388 km \\ v&=38 m/s \\ t&=? \\s &= 107,388 km \rightarrow s = 107388 m \\t &= \frac{s}{v} \\ \Leftrightarrow t &= \frac{107388}{38} s \\ \Leftrightarrow t &= 2826s\end{align}\)
  12. \(\begin{align}----&---- \\s&=130,824 km \\ t&=0,79 h \\ v&=? \\v &= \frac{s}{t} \\ \Leftrightarrow v &= \frac{130,824}{0,79} km/h \\ \Leftrightarrow v &= 165,6km/h\end{align}\)
Oefeningengenerator vanhoeckes.be/wiskunde 2025-04-26 07:21:56