Vrgst met breuken

Hoofdmenu Eentje per keer 

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

  1. \(\text{ Jitte vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 44 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  2. \(\text{ Lotte vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 35 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  3. \(\text{ Maxim vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 25 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  4. \(\text{ Noor vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 76 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  5. \(\text{ Ayman vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een derde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 15 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  6. \(\text{ Een pijler van een brug zit 23 meter in de grond. }\\\text{Een achtste van de pijler staat in het water.} \\\text{ 5 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  7. \(\text{ Sarah vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een derde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 25 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  8. \(\text{ Een pijler van een brug zit 5 meter in de grond. }\\\text{Een vierde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 1 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  9. \(\text{ Warinda vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 27 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  10. \(\text{ Lina vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 36 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\)
  11. \(\text{ Een pijler van een brug zit 3 meter in de grond. }\\\text{Een negende van de pijler staat in het water.} \\\text{ 21 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)
  12. \(\text{ Een pijler van een brug zit 12 meter in de grond. }\\\text{Een achtste van de pijler staat in het water.} \\\text{ 16 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\)

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

Verbetersleutel

  1. \(\text{ Jitte vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 44 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 4}.x + 44 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 4}.x - x = -44 \\ \Leftrightarrow \frac{ 4 + 5 - 20}{ 20} . x = -44 \\ \Leftrightarrow \frac{-11}{20} . x = -44 \\ \Leftrightarrow x = -44.\left( \frac{20}{-11} \right) = 80 \\ \text{De enquête bevatte 80 vragen} \)
  2. \(\text{ Lotte vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 35 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 5}.x + 35 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 5}.x - x = -35 \\ \Leftrightarrow \frac{ 5 + 3 - 15}{ 15} . x = -35 \\ \Leftrightarrow \frac{-7}{15} . x = -35 \\ \Leftrightarrow x = -35.\left( \frac{15}{-7} \right) = 75 \\ \text{De enquête bevatte 75 vragen} \)
  3. \(\text{ Maxim vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 25 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 4}.x + 25 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 4}.x - x = -25 \\ \Leftrightarrow \frac{ 4 + 3 - 12}{ 12} . x = -25 \\ \Leftrightarrow \frac{-5}{12} . x = -25 \\ \Leftrightarrow x = -25.\left( \frac{12}{-5} \right) = 60 \\ \text{De enquête bevatte 60 vragen} \)
  4. \(\text{ Noor vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vijfde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 76 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 6}.x + 76 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 5}.x + \frac{1}{ 6}.x - x = -76 \\ \Leftrightarrow \frac{ 6 + 5 - 30}{ 30} . x = -76 \\ \Leftrightarrow \frac{-19}{30} . x = -76 \\ \Leftrightarrow x = -76.\left( \frac{30}{-19} \right) = 120 \\ \text{De enquête bevatte 120 vragen} \)
  5. \(\text{ Ayman vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een derde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 15 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 3}.x + 15 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 3}.x - x = -15 \\ \Leftrightarrow \frac{ 3 + 4 - 12}{ 12} . x = -15 \\ \Leftrightarrow \frac{-5}{12} . x = -15 \\ \Leftrightarrow x = -15.\left( \frac{12}{-5} \right) = 36 \\ \text{De enquête bevatte 36 vragen} \)
  6. \(\text{ Een pijler van een brug zit 23 meter in de grond. }\\\text{Een achtste van de pijler staat in het water.} \\\text{ 5 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 23 + \frac{ 1}{ 8}.x + 5 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 8}.x + 28 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 8}.x - x = -28 \\ \Leftrightarrow \frac{-7}{ 8}.x = -28 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 8}{-7}\left(-28\right) = 32 \\ \text{De lengte van de pijler is 32 m}\)
  7. \(\text{ Sarah vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een vierde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een derde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 25 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 3}.x + 25 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 4}.x + \frac{1}{ 3}.x - x = -25 \\ \Leftrightarrow \frac{ 3 + 4 - 12}{ 12} . x = -25 \\ \Leftrightarrow \frac{-5}{12} . x = -25 \\ \Leftrightarrow x = -25.\left( \frac{12}{-5} \right) = 60 \\ \text{De enquête bevatte 60 vragen} \)
  8. \(\text{ Een pijler van een brug zit 5 meter in de grond. }\\\text{Een vierde van de pijler staat in het water.} \\\text{ 1 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 5 + \frac{ 1}{ 4}.x + 1 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 4}.x + 6 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 4}.x - x = -6 \\ \Leftrightarrow \frac{-3}{ 4}.x = -6 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 4}{-3}\left(-6\right) = 8 \\ \text{De lengte van de pijler is 8 m}\)
  9. \(\text{ Warinda vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 27 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 6}.x + 27 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 6}.x - x = -27 \\ \Leftrightarrow \frac{ 6 + 3 - 18}{ 18} . x = -27 \\ \Leftrightarrow \frac{-9}{18} . x = -27 \\ \Leftrightarrow x = -27.\left( \frac{18}{-9} \right) = 54 \\ \text{De enquête bevatte 54 vragen} \)
  10. \(\text{ Lina vult een enquête in. }\\ \text{De eerste dag vult ze een derde in.} \\ \text{De tweede dag vult ze een zesde in.} \\ \text{De derde (en laatste) dag vult ze de resterende 36 vragen in.}\\ \text{Hoeveel vragen bevatte de enquête in het totaal?}\\\text{x is het totaal aantal vragen van de enquête} \\ \color{red}{\frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 6}.x + 36 = x} \\ \Leftrightarrow \frac{1}{ 3}.x + \frac{1}{ 6}.x - x = -36 \\ \Leftrightarrow \frac{ 6 + 3 - 18}{ 18} . x = -36 \\ \Leftrightarrow \frac{-9}{18} . x = -36 \\ \Leftrightarrow x = -36.\left( \frac{18}{-9} \right) = 72 \\ \text{De enquête bevatte 72 vragen} \)
  11. \(\text{ Een pijler van een brug zit 3 meter in de grond. }\\\text{Een negende van de pijler staat in het water.} \\\text{ 21 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 3 + \frac{ 1}{ 9}.x + 21 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 9}.x + 24 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 9}.x - x = -24 \\ \Leftrightarrow \frac{-8}{ 9}.x = -24 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 9}{-8}\left(-24\right) = 27 \\ \text{De lengte van de pijler is 27 m}\)
  12. \(\text{ Een pijler van een brug zit 12 meter in de grond. }\\\text{Een achtste van de pijler staat in het water.} \\\text{ 16 meter steekt boven het water uit.}\\ \text{ Wat is de lengte van de pijler?}\\\text{x is de lengte van de pijler} \\ \color{red}{ 12 + \frac{ 1}{ 8}.x + 16 = x }\\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 8}.x + 28 = x \\ \Leftrightarrow \frac{ 1}{ 8}.x - x = -28 \\ \Leftrightarrow \frac{-7}{ 8}.x = -28 \\ \Leftrightarrow x = \frac{ 8}{-7}\left(-28\right) = 32 \\ \text{De lengte van de pijler is 32 m}\)
Oefeningengenerator vanhoeckes.be/wiskunde 2025-04-26 07:48:05