Reken uit
- \(\)In een school met 648 leerlingen zijn \(\frac{4}{9}\) van de leerlingen meisjes. Hiervan zijn er \(\frac{3}{9}\) die eten van thuis meenemen. Hoeveel meisjes die eten van thuis meenemen zijn er?\(\)
- \(\)In een school met 105 leerlingen zijn \(\frac{5}{7}\) van de leerlingen jongens. Hiervan zijn er \(\frac{4}{5}\) die met de fiets naar school komen. Hoeveel jongens die met de fiets naar school komen zijn er?\(\)
- \(\)In een school met 108 leerlingen zijn \(\frac{2}{3}\) van de leerlingen meisjes. Hiervan zijn er \(\frac{2}{4}\) die eten van thuis meenemen. Hoeveel meisjes die eten van thuis meenemen zijn er?\(\)
- \(\)In een bedrijf met 120 werknemers zijn \(\frac{1}{3}\) van de werknemers mannen. Hiervan zijn er \(\frac{1}{5}\) die minstens 3 talen spreken. Hoeveel mannen die minstens 3 talen spreken zijn er?\(\)
- \(\)In een vrachtwagen met 441 dozen zijn \(\frac{5}{7}\) van de dozen kartonnen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{6}{7}\) die gedeukt zijn. Hoeveel kartonnen doosjes die gedeukt zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een bedrijf met 360 werknemers zijn \(\frac{1}{8}\) van de werknemers mannen. Hiervan zijn er \(\frac{4}{5}\) die minstens 3 talen spreken. Hoeveel mannen die minstens 3 talen spreken zijn er?\(\)
- \(\)In een vrachtwagen met 450 dozen zijn \(\frac{7}{10}\) van de dozen metalen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{2}{9}\) die gedeukt zijn. Hoeveel metalen doosjes die gedeukt zijn zijn er?\(\)
- \(\)In een bedrijf met 189 werknemers zijn \(\frac{1}{7}\) van de werknemers mannen. Hiervan zijn er \(\frac{2}{3}\) die minstens 2 kinderen hebben. Hoeveel mannen die minstens 2 kinderen hebben zijn er?\(\)
- \(\)In een bedrijf met 90 werknemers zijn \(\frac{4}{10}\) van de werknemers mannen. Hiervan zijn er \(\frac{1}{3}\) die minstens 3 talen spreken. Hoeveel mannen die minstens 3 talen spreken zijn er?\(\)
- \(\)In een bedrijf met 144 werknemers zijn \(\frac{5}{8}\) van de werknemers vrouwen. Hiervan zijn er \(\frac{1}{3}\) die minstens 3 talen spreken. Hoeveel vrouwen die minstens 3 talen spreken zijn er?\(\)
- \(\)In een doos met 270 stukken snoepgoed zijn \(\frac{4}{6}\) van de stukken snoepgoed koekjes. Hiervan zijn er \(\frac{4}{5}\) die een vierkante vorm hebben. Hoeveel koekjes die een vierkante vorm hebben zijn er?\(\)
- \(\)In een vrachtwagen met 192 dozen zijn \(\frac{1}{8}\) van de dozen kartonnen doosjes. Hiervan zijn er \(\frac{5}{8}\) die gedeukt zijn. Hoeveel kartonnen doosjes die gedeukt zijn zijn er?\(\)
Reken uit
Verbetersleutel
- \(\frac{4}{9}\times\frac{3}{9}\times 648=96\text{ meisjes die eten van thuis meenemen}\)
- \(\frac{5}{7}\times\frac{4}{5}\times 105=60\text{ jongens die met de fiets naar school komen}\)
- \(\frac{2}{3}\times\frac{2}{4}\times 108=36\text{ meisjes die eten van thuis meenemen}\)
- \(\frac{1}{3}\times\frac{1}{5}\times 120=8\text{ mannen die minstens 3 talen spreken}\)
- \(\frac{5}{7}\times\frac{6}{7}\times 441=270\text{ kartonnen doosjes die gedeukt zijn}\)
- \(\frac{1}{8}\times\frac{4}{5}\times 360=36\text{ mannen die minstens 3 talen spreken}\)
- \(\frac{7}{10}\times\frac{2}{9}\times 450=70\text{ metalen doosjes die gedeukt zijn}\)
- \(\frac{1}{7}\times\frac{2}{3}\times 189=18\text{ mannen die minstens 2 kinderen hebben}\)
- \(\frac{4}{10}\times\frac{1}{3}\times 90=12\text{ mannen die minstens 3 talen spreken}\)
- \(\frac{5}{8}\times\frac{1}{3}\times 144=30\text{ vrouwen die minstens 3 talen spreken}\)
- \(\frac{4}{6}\times\frac{4}{5}\times 270=144\text{ koekjes die een vierkante vorm hebben}\)
- \(\frac{1}{8}\times\frac{5}{8}\times 192=15\text{ kartonnen doosjes die gedeukt zijn}\)