Eenvoudige vraagstukken

Hoofdmenu Eentje per keer  🖨

Vertaal naar een wiskundige vergelijking. Los op door gebruik te maken van het stappenplan.

1. \(\)Noah is x jaar. Zijn zus is 7 jaar jonger. Samen zijn ze 13 jaar. Hoe oud is Noah ?\(\)
2. \(\) het verschil van het vijfvoud van een getal en zeven is gelijk aan de som van een zesde van het getal en 80. Wat is het getal?\(\)
3. \(\) het verschil van het achtvoud van een getal en drie is gelijk aan de som van een negende van het getal en 281. Wat is het getal?\(\)
4. \(\)je betaalt 20 eurocent voor een cola. De kassierster geeft je 3 eurocent terug. Hoeveel kost een cola ?\(\)
5. \(\)als je een tiende van een getal aftrekt van een derde van dat getal, dan krijg je 35 . Wat is dat getal? \(\)
6. \(\) het verschil van het zesvoud van een getal en vijf is gelijk aan de som van een achtste van het getal en 89. Wat is het getal?\(\)
7. \(\)als je een getal vermindert met 35 bekom je 7. Wat is het getal?\(\)
8. \(\)je betaalt 45 eurocent voor een chocoladereep. De kassierster geeft je 8 eurocent terug. Hoeveel kost een chocoladereep ?\(\)
9. \(\)als je een getal vermeerdert met 45 bekom je 73. Wat is het getal?\(\)
10. \(\)de som van drie opeenvolgende gehele getallen is 48. Wat zijn die getallen?\(\)
11. \(\) het verschil van het drievoud van een getal en tien is gelijk aan de som van een achtste van het getal en 36. Wat is het getal?\(\)
12. \(\) het verschil van het viervoud van een getal en vijf is gelijk aan de som van een negende van het getal en 240. Wat is het getal?\(\)

---

Vertaal naar een wiskundige vergelijking. Los op door gebruik te maken van het stappenplan.

Verbetersleutel

1. \(x+x-7 = 13\Leftrightarrow 2x-7=13 \Leftrightarrow 2x = 20\Leftrightarrow x = 10 \text{ Noah is 10 jaar}\)
2. \( 5 x-7=\frac{x}{6}+80 \overset{\mbox{ .6 }}{ \Leftrightarrow } 30x-42=x+480 \Leftrightarrow 30x-x=480+42 \Leftrightarrow 29x=522 \Leftrightarrow x=18\)
3. \( 8 x-3=\frac{x}{9}+281 \overset{\mbox{ .9 }}{ \Leftrightarrow } 72x-27=x+2529 \Leftrightarrow 72x-x=2529+27 \Leftrightarrow 71x=2556 \Leftrightarrow x=36\)
4. \(x=20 - 3 \Leftrightarrow x=17\)
5. \( \frac{1}{3}x-\frac{1}{10}x=35 \overset{\mbox{ .30 }}{ \Leftrightarrow } 10x-3x=1050 \Leftrightarrow 7x=1050 \Leftrightarrow x=150\)
6. \( 6 x-5=\frac{x}{8}+89 \overset{\mbox{ .8 }}{ \Leftrightarrow } 48x-40=x+712 \Leftrightarrow 48x-x=712+40 \Leftrightarrow 47x=752 \Leftrightarrow x=16\)
7. \(x-35 = 7\Leftrightarrow x=7+ 35 \Leftrightarrow x = 42\)
8. \(x=45 - 8 \Leftrightarrow x=37\)
9. \(x+45 = 73\Leftrightarrow x=73- 45 \Leftrightarrow x = 28\)
10. \(x+x+1+x+2 = 48\Leftrightarrow 3x+3=48 \Leftrightarrow 3x = 45\Leftrightarrow x = 15 \text{ De getallen zijn 15, 16 en 17}\)
11. \( 3 x-10=\frac{x}{8}+36 \overset{\mbox{ .8 }}{ \Leftrightarrow } 24x-80=x+288 \Leftrightarrow 24x-x=288+80 \Leftrightarrow 23x=368 \Leftrightarrow x=16\)
12. \( 4 x-5=\frac{x}{9}+240 \overset{\mbox{ .9 }}{ \Leftrightarrow } 36x-45=x+2160 \Leftrightarrow 36x-x=2160+45 \Leftrightarrow 35x=2205 \Leftrightarrow x=63\)