Eenvoudige vraagstukken

Hoofdmenu Eentje per keer 

Vertaal naar een wiskundige vergelijking. Los op door gebruik te maken van het stappenplan.

  1. \(\)als je een getal vermindert met 35 bekom je -7. Wat is het getal?\(\)
  2. \(\)als je een vijfde van een getal aftrekt van een vierde van dat getal, dan krijg je 4 . Wat is dat getal? \(\)
  3. \(\) het verschil van het achtvoud van een getal en vijf is gelijk aan de som van een derde van het getal en 156. Wat is het getal?\(\)
  4. \(\) het verschil van het negenvoud van een getal en acht is gelijk aan de som van een vijfde van het getal en 300. Wat is het getal?\(\)
  5. \(\)als je een getal vermeerdert met 35 bekom je 99. Wat is het getal?\(\)
  6. \(\)je betaalt 40 eurocent voor een zakje chips, maar de kassierster zegt dat je 7 eurocent tekortkomt. Hoeveel kost een zakje chips ?\(\)
  7. \(\) het verschil van het viervoud van een getal en vijf is gelijk aan de som van een derde van het getal en 50. Wat is het getal?\(\)
  8. \(\)als je een elfde van een getal aftrekt van een helft van dat getal, dan krijg je 45 . Wat is dat getal? \(\)
  9. \(\)Wietse is x jaar. Zijn zus is 3 jaar jonger. Samen zijn ze 21 jaar. Hoe oud is Wietse ?\(\)
  10. \(\) het verschil van het zevenvoud van een getal en vier is gelijk aan de som van een zevende van het getal en 140. Wat is het getal?\(\)
  11. \(\) het verschil van het zesvoud van een getal en zeven is gelijk aan de som van een negende van het getal en 99. Wat is het getal?\(\)
  12. \(\)Ruben is x jaar. Zijn zus is 6 jaar ouder. Samen zijn ze 28 jaar. Hoe oud is Ruben ?\(\)

Vertaal naar een wiskundige vergelijking. Los op door gebruik te maken van het stappenplan.

Verbetersleutel

  1. \(x-35 = -7\Leftrightarrow x=-7+ 35 \Leftrightarrow x = 28\)
  2. \( \frac{1}{4}x-\frac{1}{5}x=4 \overset{\mbox{ .20 }}{ \Leftrightarrow } 5x-4x=80 \Leftrightarrow 1x=80 \Leftrightarrow x=80\)
  3. \( 8 x-5=\frac{x}{3}+156 \overset{\mbox{ .3 }}{ \Leftrightarrow } 24x-15=x+468 \Leftrightarrow 24x-x=468+15 \Leftrightarrow 23x=483 \Leftrightarrow x=21\)
  4. \( 9 x-8=\frac{x}{5}+300 \overset{\mbox{ .5 }}{ \Leftrightarrow } 45x-40=x+1500 \Leftrightarrow 45x-x=1500+40 \Leftrightarrow 44x=1540 \Leftrightarrow x=35\)
  5. \(x+35 = 99\Leftrightarrow x=99- 35 \Leftrightarrow x = 64\)
  6. \(x=40 + 7 \Leftrightarrow x=47\)
  7. \( 4 x-5=\frac{x}{3}+50 \overset{\mbox{ .3 }}{ \Leftrightarrow } 12x-15=x+150 \Leftrightarrow 12x-x=150+15 \Leftrightarrow 11x=165 \Leftrightarrow x=15\)
  8. \( \frac{1}{2}x-\frac{1}{11}x=45 \overset{\mbox{ .22 }}{ \Leftrightarrow } 11x-2x=990 \Leftrightarrow 9x=990 \Leftrightarrow x=110\)
  9. \(x+x-3 = 21\Leftrightarrow 2x-3=21 \Leftrightarrow 2x = 24\Leftrightarrow x = 12 \text{ Wietse is 12 jaar}\)
  10. \( 7 x-4=\frac{x}{7}+140 \overset{\mbox{ .7 }}{ \Leftrightarrow } 49x-28=x+980 \Leftrightarrow 49x-x=980+28 \Leftrightarrow 48x=1008 \Leftrightarrow x=21\)
  11. \( 6 x-7=\frac{x}{9}+99 \overset{\mbox{ .9 }}{ \Leftrightarrow } 54x-63=x+891 \Leftrightarrow 54x-x=891+63 \Leftrightarrow 53x=954 \Leftrightarrow x=18\)
  12. \(x+x+6 = 28\Leftrightarrow 2x+6=28 \Leftrightarrow 2x = 22\Leftrightarrow x = 11 \text{ Ruben is 11 jaar}\)
Oefeningengenerator vanhoeckes.be/wiskunde 2025-04-02 06:12:29