Eenvoudige vraagstukken

Hoofdmenu Eentje per keer 

Vertaal naar een wiskundige vergelijking. Los op door gebruik te maken van het stappenplan.

  1. \(\)als je een negende van een getal aftrekt van een zevende van dat getal, dan krijg je 2 . Wat is dat getal? \(\)
  2. \(\) het verschil van het negenvoud van een getal en vijf is gelijk aan de som van een zevende van het getal en 367. Wat is het getal?\(\)
  3. \(\)je betaalt 30 eurocent voor een cola, maar de kassierster zegt dat je 7 eurocent tekortkomt. Hoeveel kost een cola ?\(\)
  4. \(\) het verschil van het achtvoud van een getal en negen is gelijk aan de som van een zevende van het getal en 266. Wat is het getal?\(\)
  5. \(\)Ruben is x jaar. Zijn zus is 4 jaar ouder. Samen zijn ze 36 jaar. Hoe oud is Ruben ?\(\)
  6. \(\) het verschil van het drievoud van een getal en vier is gelijk aan de som van een zesde van het getal en 47. Wat is het getal?\(\)
  7. \(\)als je een getal vermindert met 25 bekom je -11. Wat is het getal?\(\)
  8. \(\)als je een zevende van een getal aftrekt van een vierde van dat getal, dan krijg je 12 . Wat is dat getal? \(\)
  9. \(\)als je een tiende van een getal aftrekt van een derde van dat getal, dan krijg je 7 . Wat is dat getal? \(\)
  10. \(\)je betaalt 45 eurocent voor een chocoladereep. De kassierster geeft je 4 eurocent terug. Hoeveel kost een chocoladereep ?\(\)
  11. \(\)als je een tiende van een getal aftrekt van een negende van dat getal, dan krijg je 5 . Wat is dat getal? \(\)
  12. \(\)als je een getal vermeerdert met 50 bekom je 78. Wat is het getal?\(\)

Vertaal naar een wiskundige vergelijking. Los op door gebruik te maken van het stappenplan.

Verbetersleutel

  1. \( \frac{1}{7}x-\frac{1}{9}x=2 \overset{\mbox{ .63 }}{ \Leftrightarrow } 9x-7x=126 \Leftrightarrow 2x=126 \Leftrightarrow x=63\)
  2. \( 9 x-5=\frac{x}{7}+367 \overset{\mbox{ .7 }}{ \Leftrightarrow } 63x-35=x+2569 \Leftrightarrow 63x-x=2569+35 \Leftrightarrow 62x=2604 \Leftrightarrow x=42\)
  3. \(x=30 + 7 \Leftrightarrow x=37\)
  4. \( 8 x-9=\frac{x}{7}+266 \overset{\mbox{ .7 }}{ \Leftrightarrow } 56x-63=x+1862 \Leftrightarrow 56x-x=1862+63 \Leftrightarrow 55x=1925 \Leftrightarrow x=35\)
  5. \(x+x+4 = 36\Leftrightarrow 2x+4=36 \Leftrightarrow 2x = 32\Leftrightarrow x = 16 \text{ Ruben is 16 jaar}\)
  6. \( 3 x-4=\frac{x}{6}+47 \overset{\mbox{ .6 }}{ \Leftrightarrow } 18x-24=x+282 \Leftrightarrow 18x-x=282+24 \Leftrightarrow 17x=306 \Leftrightarrow x=18\)
  7. \(x-25 = -11\Leftrightarrow x=-11+ 25 \Leftrightarrow x = 14\)
  8. \( \frac{1}{4}x-\frac{1}{7}x=12 \overset{\mbox{ .28 }}{ \Leftrightarrow } 7x-4x=336 \Leftrightarrow 3x=336 \Leftrightarrow x=112\)
  9. \( \frac{1}{3}x-\frac{1}{10}x=7 \overset{\mbox{ .30 }}{ \Leftrightarrow } 10x-3x=210 \Leftrightarrow 7x=210 \Leftrightarrow x=30\)
  10. \(x=45 - 4 \Leftrightarrow x=41\)
  11. \( \frac{1}{9}x-\frac{1}{10}x=5 \overset{\mbox{ .90 }}{ \Leftrightarrow } 10x-9x=450 \Leftrightarrow 1x=450 \Leftrightarrow x=450\)
  12. \(x+50 = 78\Leftrightarrow x=78- 50 \Leftrightarrow x = 28\)
Oefeningengenerator vanhoeckes.be/wiskunde 2024-05-02 15:01:05