Eenvoudige vraagstukken

Hoofdmenu Eentje per keer 

Vertaal naar een wiskundige vergelijking. Los op door gebruik te maken van het stappenplan.

  1. \(\) het verschil van het vijfvoud van een getal en acht is gelijk aan de som van een derde van het getal en 34. Wat is het getal?\(\)
  2. \(\)je betaalt 40 eurocent voor een cola. De kassierster geeft je 3 eurocent terug. Hoeveel kost een cola ?\(\)
  3. \(\)als je een twaalfde van een getal aftrekt van een vijfde van dat getal, dan krijg je 35 . Wat is dat getal? \(\)
  4. \(\)als je een zesde van een getal aftrekt van een vijfde van dat getal, dan krijg je 2 . Wat is dat getal? \(\)
  5. \(\)je betaalt 50 eurocent voor een chocoladereep. De kassierster geeft je 3 eurocent terug. Hoeveel kost een chocoladereep ?\(\)
  6. \(\)als je een zevende van een getal aftrekt van een vijfde van dat getal, dan krijg je 8 . Wat is dat getal? \(\)
  7. \(\)als je een getal vermeerdert met 40 bekom je 61. Wat is het getal?\(\)
  8. \(\)Xander is x jaar. Zijn zus is 7 jaar ouder. Samen zijn ze 31 jaar. Hoe oud is Xander ?\(\)
  9. \(\)als je een vijfde van een getal aftrekt van een helft van dat getal, dan krijg je 3 . Wat is dat getal? \(\)
  10. \(\) het verschil van het drievoud van een getal en vier is gelijk aan de som van een derde van het getal en 44. Wat is het getal?\(\)
  11. \(\) het verschil van het zevenvoud van een getal en vijf is gelijk aan de som van een derde van het getal en 135. Wat is het getal?\(\)
  12. \(\)als je een negende van een getal aftrekt van een helft van dat getal, dan krijg je 35 . Wat is dat getal? \(\)

Vertaal naar een wiskundige vergelijking. Los op door gebruik te maken van het stappenplan.

Verbetersleutel

  1. \( 5 x-8=\frac{x}{3}+34 \overset{\mbox{ .3 }}{ \Leftrightarrow } 15x-24=x+102 \Leftrightarrow 15x-x=102+24 \Leftrightarrow 14x=126 \Leftrightarrow x=9\)
  2. \(x=40 - 3 \Leftrightarrow x=37\)
  3. \( \frac{1}{5}x-\frac{1}{12}x=35 \overset{\mbox{ .60 }}{ \Leftrightarrow } 12x-5x=2100 \Leftrightarrow 7x=2100 \Leftrightarrow x=300\)
  4. \( \frac{1}{5}x-\frac{1}{6}x=2 \overset{\mbox{ .30 }}{ \Leftrightarrow } 6x-5x=60 \Leftrightarrow 1x=60 \Leftrightarrow x=60\)
  5. \(x=50 - 3 \Leftrightarrow x=47\)
  6. \( \frac{1}{5}x-\frac{1}{7}x=8 \overset{\mbox{ .35 }}{ \Leftrightarrow } 7x-5x=280 \Leftrightarrow 2x=280 \Leftrightarrow x=140\)
  7. \(x+40 = 61\Leftrightarrow x=61- 40 \Leftrightarrow x = 21\)
  8. \(x+x+7 = 31\Leftrightarrow 2x+7=31 \Leftrightarrow 2x = 24\Leftrightarrow x = 12 \text{ Xander is 12 jaar}\)
  9. \( \frac{1}{2}x-\frac{1}{5}x=3 \overset{\mbox{ .10 }}{ \Leftrightarrow } 5x-2x=30 \Leftrightarrow 3x=30 \Leftrightarrow x=10\)
  10. \( 3 x-4=\frac{x}{3}+44 \overset{\mbox{ .3 }}{ \Leftrightarrow } 9x-12=x+132 \Leftrightarrow 9x-x=132+12 \Leftrightarrow 8x=144 \Leftrightarrow x=18\)
  11. \( 7 x-5=\frac{x}{3}+135 \overset{\mbox{ .3 }}{ \Leftrightarrow } 21x-15=x+405 \Leftrightarrow 21x-x=405+15 \Leftrightarrow 20x=420 \Leftrightarrow x=21\)
  12. \( \frac{1}{2}x-\frac{1}{9}x=35 \overset{\mbox{ .18 }}{ \Leftrightarrow } 9x-2x=630 \Leftrightarrow 7x=630 \Leftrightarrow x=90\)
Oefeningengenerator vanhoeckes.be/wiskunde 2024-05-08 23:45:56