Eenvoudige vraagstukken

Hoofdmenu Eentje per keer 

Vertaal naar een wiskundige vergelijking. Los op door gebruik te maken van het stappenplan.

  1. \(\) het verschil van het zesvoud van een getal en zeven is gelijk aan de som van een derde van het getal en 95. Wat is het getal?\(\)
  2. \(\) het verschil van het vijfvoud van een getal en drie is gelijk aan de som van een vierde van het getal en 73. Wat is het getal?\(\)
  3. \(\)je betaalt 25 eurocent voor een zakje chips. De kassierster geeft je 2 eurocent terug. Hoeveel kost een zakje chips ?\(\)
  4. \(\) het verschil van het zevenvoud van een getal en acht is gelijk aan de som van een zesde van het getal en 197. Wat is het getal?\(\)
  5. \(\)je betaalt 25 eurocent voor een chocoladereep, maar de kassierster zegt dat je 3 eurocent tekortkomt. Hoeveel kost een chocoladereep ?\(\)
  6. \(\) het verschil van het achtvoud van een getal en vijf is gelijk aan de som van een negende van het getal en 350. Wat is het getal?\(\)
  7. \(\)Joran is x jaar. Zijn zus is 4 jaar jonger. Samen zijn ze 26 jaar. Hoe oud is Joran ?\(\)
  8. \(\)als je een getal vermindert met 30 bekom je 19. Wat is het getal?\(\)
  9. \(\)als je een negende van een getal aftrekt van een zevende van dat getal, dan krijg je 10 . Wat is dat getal? \(\)
  10. \(\)als je een tiende van een getal aftrekt van een zevende van dat getal, dan krijg je 9 . Wat is dat getal? \(\)
  11. \(\) het verschil van het negenvoud van een getal en tien is gelijk aan de som van een zesde van het getal en 255. Wat is het getal?\(\)
  12. \(\)als je een vijfde van een getal aftrekt van een derde van dat getal, dan krijg je 4 . Wat is dat getal? \(\)

Vertaal naar een wiskundige vergelijking. Los op door gebruik te maken van het stappenplan.

Verbetersleutel

  1. \( 6 x-7=\frac{x}{3}+95 \overset{\mbox{ .3 }}{ \Leftrightarrow } 18x-21=x+285 \Leftrightarrow 18x-x=285+21 \Leftrightarrow 17x=306 \Leftrightarrow x=18\)
  2. \( 5 x-3=\frac{x}{4}+73 \overset{\mbox{ .4 }}{ \Leftrightarrow } 20x-12=x+292 \Leftrightarrow 20x-x=292+12 \Leftrightarrow 19x=304 \Leftrightarrow x=16\)
  3. \(x=25 - 2 \Leftrightarrow x=23\)
  4. \( 7 x-8=\frac{x}{6}+197 \overset{\mbox{ .6 }}{ \Leftrightarrow } 42x-48=x+1182 \Leftrightarrow 42x-x=1182+48 \Leftrightarrow 41x=1230 \Leftrightarrow x=30\)
  5. \(x=25 + 3 \Leftrightarrow x=28\)
  6. \( 8 x-5=\frac{x}{9}+350 \overset{\mbox{ .9 }}{ \Leftrightarrow } 72x-45=x+3150 \Leftrightarrow 72x-x=3150+45 \Leftrightarrow 71x=3195 \Leftrightarrow x=45\)
  7. \(x+x-4 = 26\Leftrightarrow 2x-4=26 \Leftrightarrow 2x = 30\Leftrightarrow x = 15 \text{ Joran is 15 jaar}\)
  8. \(x-30 = 19\Leftrightarrow x=19+ 30 \Leftrightarrow x = 49\)
  9. \( \frac{1}{7}x-\frac{1}{9}x=10 \overset{\mbox{ .63 }}{ \Leftrightarrow } 9x-7x=630 \Leftrightarrow 2x=630 \Leftrightarrow x=315\)
  10. \( \frac{1}{7}x-\frac{1}{10}x=9 \overset{\mbox{ .70 }}{ \Leftrightarrow } 10x-7x=630 \Leftrightarrow 3x=630 \Leftrightarrow x=210\)
  11. \( 9 x-10=\frac{x}{6}+255 \overset{\mbox{ .6 }}{ \Leftrightarrow } 54x-60=x+1530 \Leftrightarrow 54x-x=1530+60 \Leftrightarrow 53x=1590 \Leftrightarrow x=30\)
  12. \( \frac{1}{3}x-\frac{1}{5}x=4 \overset{\mbox{ .15 }}{ \Leftrightarrow } 5x-3x=60 \Leftrightarrow 2x=60 \Leftrightarrow x=30\)
Oefeningengenerator vanhoeckes.be/wiskunde 2024-04-18 19:02:00