Instapvraagstukken

Hoofdmenu Eentje per keer 

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

  1. \(\text{Froukje heeft 5 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 56 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\)
  2. \(\text{Loubna gaat 5 dagen in de week schaatsen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal rondjes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 10 km geschaatst.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\)
  3. \(\text{Lina heeft 3 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 85 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\)
  4. \(\text{Mohamed heeft 35 euro uitgegeven aan een gouden Pokemonkaart.} \\ \text{Er is nu nog 60 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Mohamed voor de aankoop?}\)
  5. \(\text{Wouter heeft 44 euro uitgegeven aan een kerstcadeau voor een vriendin.} \\ \text{Er is nu nog 299 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Wouter voor de aankoop?}\)
  6. \(\text{Froukje heeft 5 liter frisdrank nodig om mee te nemen naar een feestje.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 49 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de frisdrank per liter maximaal kosten?}\)
  7. \(\text{Wouter heeft 34 euro uitgegeven aan een gouden Pokemonkaart.} \\ \text{Er is nu nog 117 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Wouter voor de aankoop?}\)
  8. \(\text{Wouter heeft 40 euro uitgegeven aan een nieuwe batterij voor zijn smartphone.} \\ \text{Er is nu nog 136 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Wouter voor de aankoop?}\)
  9. \(\text{Mila heeft 7 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 36 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\)
  10. \(\text{Lina heeft 3 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 47 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\)
  11. \(\text{Mohamed heeft 50 euro uitgegeven aan een spidermanpak.} \\ \text{Er is nu nog 58 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Mohamed voor de aankoop?}\)
  12. \(\text{Lina heeft 7 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 78 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\)

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

Verbetersleutel

  1. \(\text{Froukje heeft 5 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 56 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per stof} \\ 5.x = 56 \\ \Leftrightarrow x = \frac{56}{5} = 11.2 \\ \text{Froukje kan maximaal 11.2 euro uitgeven aan een meter stof}\)
  2. \(\text{Loubna gaat 5 dagen in de week schaatsen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal rondjes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 10 km geschaatst.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\\ \text{x is het aantal km per rondje} \\ 5.x = 10 \\ \Leftrightarrow x = \frac{10}{5} = 2 \\ \text{Loubna legt 2 km af per rondje}\)
  3. \(\text{Lina heeft 3 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 85 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per stof} \\ 3.x = 85 \\ \Leftrightarrow x = \frac{85}{3} = 28.33 \\ \text{Lina kan maximaal 28.33 euro uitgeven aan een meter stof}\)
  4. \(\text{Mohamed heeft 35 euro uitgegeven aan een gouden Pokemonkaart.} \\ \text{Er is nu nog 60 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Mohamed voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Mohamed voor de aankoop} \\ x - 35 = 60 \\ \Leftrightarrow x = 60 + 35 = 95 \\ \text{Mohamed had 95 euro}\)
  5. \(\text{Wouter heeft 44 euro uitgegeven aan een kerstcadeau voor een vriendin.} \\ \text{Er is nu nog 299 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Wouter voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Wouter voor de aankoop} \\ x - 44 = 299 \\ \Leftrightarrow x = 299 + 44 = 343 \\ \text{Wouter had 343 euro}\)
  6. \(\text{Froukje heeft 5 liter frisdrank nodig om mee te nemen naar een feestje.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 49 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de frisdrank per liter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per frisdrank} \\ 5.x = 49 \\ \Leftrightarrow x = \frac{49}{5} = 9.8 \\ \text{Froukje kan maximaal 9.8 euro uitgeven aan een liter frisdrank}\)
  7. \(\text{Wouter heeft 34 euro uitgegeven aan een gouden Pokemonkaart.} \\ \text{Er is nu nog 117 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Wouter voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Wouter voor de aankoop} \\ x - 34 = 117 \\ \Leftrightarrow x = 117 + 34 = 151 \\ \text{Wouter had 151 euro}\)
  8. \(\text{Wouter heeft 40 euro uitgegeven aan een nieuwe batterij voor zijn smartphone.} \\ \text{Er is nu nog 136 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Wouter voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Wouter voor de aankoop} \\ x - 40 = 136 \\ \Leftrightarrow x = 136 + 40 = 176 \\ \text{Wouter had 176 euro}\)
  9. \(\text{Mila heeft 7 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 36 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per chocolade} \\ 7.x = 36 \\ \Leftrightarrow x = \frac{36}{7} = 5.14 \\ \text{Mila kan maximaal 5.14 euro uitgeven aan een gram chocolade}\)
  10. \(\text{Lina heeft 3 meter stof nodig om een kleedje te maken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 47 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de stof per meter maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per stof} \\ 3.x = 47 \\ \Leftrightarrow x = \frac{47}{3} = 15.67 \\ \text{Lina kan maximaal 15.67 euro uitgeven aan een meter stof}\)
  11. \(\text{Mohamed heeft 50 euro uitgegeven aan een spidermanpak.} \\ \text{Er is nu nog 58 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Mohamed voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Mohamed voor de aankoop} \\ x - 50 = 58 \\ \Leftrightarrow x = 58 + 50 = 108 \\ \text{Mohamed had 108 euro}\)
  12. \(\text{Lina heeft 7 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 78 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per chocolade} \\ 7.x = 78 \\ \Leftrightarrow x = \frac{78}{7} = 11.14 \\ \text{Lina kan maximaal 11.14 euro uitgeven aan een gram chocolade}\)
Oefeningengenerator vanhoeckes.be/wiskunde 2024-03-29 15:26:10