Vgln. en Wiskundetaal

Hoofdmenu Eentje per keer  🖨

Zet om in symbolen. Gebruik de letter x als onbekende

1. \(\) negen minder dan een achtste van een getal \(\)
2. \(\) zeven minder dan een derde van een getal \(\)
3. \(\) tien keer een zevende van een bedrag \(\)
4. \(\)3 opeenvolgende drievouden \(\)
5. \(\)als men van een bedrag vier vijfden uitgeeft, hoeveel heeft men dan nog over? \(\)
6. \(\) drie keer een achtste van een bedrag \(\)
7. \(\)een achtvoud \(\)
8. \(\)een negende van een bedrag \(\)
9. \(\)2 opeenvolgende gehele getallen waarvan de grootste een zesvoud is \(\)
10. \(\) een vierde van een vijfde van een bedrag \(\)
11. \(\)2 opeenvolgende gehele getallen waarvan de grootste een zevenvoud is \(\)
12. \(\)3 opeenvolgende zevenvouden \(\)

---

Zet om in symbolen. Gebruik de letter x als onbekende

Verbetersleutel

1. \(\frac{x}{8} - 9\)
2. \(\frac{x}{3} - 7\)
3. \(10.\frac{x}{7} = \frac{10x}{7}\)
4. \(3 x, 3 x+ 3, 3 x+ 6\)
5. \(\frac{1x}{5}\)
6. \(3.\frac{x}{8} = \frac{3x}{8}\)
7. \(8 x\)
8. \(\frac{x}{9}\)
9. \(6 x-1, 6 x\)
10. \(\frac{1}{4}.\frac{x}{5} = \frac{x}{20}\)
11. \(7 x-1, 7 x\)
12. \(7 x, 7 x+ 7, 7 x+ 14\)