Krachten

Hoofdmenu Eentje per keer 

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

  1. \(\)Een winkelkar wordt geduwd door Farah met een kracht van 700 N. Imane staat aan de andere kant van de kar en trekt met een kracht van 500 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  2. \(\)Een veer (k = 4 N/m) verlengt 2,6 m . Wat is de veerkracht? \(\)
  3. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Anissa met een kracht van 1000 N. Ilias trekt onder een hoek van 45° met een kracht van 600 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  4. \(\)Een veer (k = 12 N/m) verlengt 6,8 m . Wat is de veerkracht? \(\)
  5. \(\)Een winkelkar wordt geduwd door Farah met een kracht van 300 N. Imane staat aan de andere kant van de kar en trekt met een kracht van 800 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  6. \(\)Een veer verlengt 57 dm en ondervindt een veerkracht van 68,4 N. Wat is de veerconstante? \(\)
  7. \(\)Welke zwaartekracht ondervindt een voorwerp van 9 kg op Mars (g = 3,72 N/kg)? \(\)
  8. \(\)Een veer (k = 10 N/m) verlengt 4,9 m . Wat is de veerkracht? \(\)
  9. \(\)Op Venus (g = 8,6 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 94,6 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  10. \(\)Welke zwaartekracht ondervindt een voorwerp van 18 kg op Mars (g = 3,72 N/kg)? \(\)
  11. \(\)Een winkelkar wordt geduwd door Sofiane met een kracht van 300 N. Rojin staat aan de andere kant van de kar en trekt met een kracht van 900 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  12. \(\)Op Mercurius (g = 2,78 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 25,02 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

Verbetersleutel

  1. \(\rightarrow F_{Farah} = 700 N ; F_{Imane} = 500 N \rightarrow \\F_R = 700 N + 500 N = 1200 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 1200 N naar Imane toe}\)
  2. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (4 N/m ) . (2,6 m) = 10,4N \\ \text{De veerkracht is 10,4N}\)
  3. \(\rightarrow F_{Anissa} = 1000 N ; F_{Ilias} = 600 N \nearrow \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van ongeveer 1490 N (o.b.v. schets) }\)
  4. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (12 N/m ) . (6,8 m) = 81,6N \\ \text{De veerkracht is 81,6N}\)
  5. \(\rightarrow F_{Farah} = 300 N ; F_{Imane} = 800 N \rightarrow \\F_R = 300 N + 800 N = 1100 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 1100 N naar Imane toe}\)
  6. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{68,4N}{5,7m} = 12 N/m \\ \text{De veerconstante is 12 N/m}\)
  7. \(F_Z = m . g = (9 kg) . (3,72 N/kg) = 33,48N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Mars is 33,48N }\)
  8. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow F_V = (10 N/m ) . (4,9 m) = 49N \\ \text{De veerkracht is 49N}\)
  9. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{94,6N}{8,6 N/kg} = 11 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 11 kg}\)
  10. \(F_Z = m . g = (18 kg) . (3,72 N/kg) = 66,96N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Mars is 66,96N }\)
  11. \(\rightarrow F_{Sofiane} = 300 N ; F_{Rojin} = 900 N \rightarrow \\F_R = 300 N + 900 N = 1200 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 1200 N naar Rojin toe}\)
  12. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{25,02N}{2,78 N/kg} = 9 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 9 kg}\)
Oefeningengenerator vanhoeckes.be/wiskunde 2025-04-26 07:44:51