Eenvoudige vraagstukken

Hoofdmenu Eentje per keer 

Vertaal naar een wiskundige vergelijking. Los op door gebruik te maken van het stappenplan.

  1. \(\)je betaalt 50 eurocent voor een zakje chips. De kassierster geeft je 3 eurocent terug. Hoeveel kost een zakje chips ?\(\)
  2. \(\)Ilias is x jaar. Zijn zus is 5 jaar ouder. Samen zijn ze 35 jaar. Hoe oud is Ilias ?\(\)
  3. \(\)als je een zevende van een getal aftrekt van een derde van dat getal, dan krijg je 20 . Wat is dat getal? \(\)
  4. \(\) het verschil van het vijfvoud van een getal en zeven is gelijk aan de som van een vierde van het getal en 107. Wat is het getal?\(\)
  5. \(\)als je een tiende van een getal aftrekt van een negende van dat getal, dan krijg je 5 . Wat is dat getal? \(\)
  6. \(\)als je een achtste van een getal aftrekt van een zevende van dat getal, dan krijg je 2 . Wat is dat getal? \(\)
  7. \(\)als je een twaalfde van een getal aftrekt van een zevende van dat getal, dan krijg je 15 . Wat is dat getal? \(\)
  8. \(\) het verschil van het drievoud van een getal en vier is gelijk aan de som van een negende van het getal en 178. Wat is het getal?\(\)
  9. \(\) het verschil van het viervoud van een getal en negen is gelijk aan de som van een derde van het getal en 13. Wat is het getal?\(\)
  10. \(\) het verschil van het achtvoud van een getal en vijf is gelijk aan de som van een vijfde van het getal en 268. Wat is het getal?\(\)
  11. \(\)als je een getal vermindert met 35 bekom je 21. Wat is het getal?\(\)
  12. \(\)als je een zesde van een getal aftrekt van een vijfde van dat getal, dan krijg je 2 . Wat is dat getal? \(\)

Vertaal naar een wiskundige vergelijking. Los op door gebruik te maken van het stappenplan.

Verbetersleutel

  1. \(x=50 - 3 \Leftrightarrow x=47\)
  2. \(x+x+5 = 35\Leftrightarrow 2x+5=35 \Leftrightarrow 2x = 30\Leftrightarrow x = 15 \text{ Ilias is 15 jaar}\)
  3. \( \frac{1}{3}x-\frac{1}{7}x=20 \overset{\mbox{ .21 }}{ \Leftrightarrow } 7x-3x=420 \Leftrightarrow 4x=420 \Leftrightarrow x=105\)
  4. \( 5 x-7=\frac{x}{4}+107 \overset{\mbox{ .4 }}{ \Leftrightarrow } 20x-28=x+428 \Leftrightarrow 20x-x=428+28 \Leftrightarrow 19x=456 \Leftrightarrow x=24\)
  5. \( \frac{1}{9}x-\frac{1}{10}x=5 \overset{\mbox{ .90 }}{ \Leftrightarrow } 10x-9x=450 \Leftrightarrow 1x=450 \Leftrightarrow x=450\)
  6. \( \frac{1}{7}x-\frac{1}{8}x=2 \overset{\mbox{ .56 }}{ \Leftrightarrow } 8x-7x=112 \Leftrightarrow 1x=112 \Leftrightarrow x=112\)
  7. \( \frac{1}{7}x-\frac{1}{12}x=15 \overset{\mbox{ .84 }}{ \Leftrightarrow } 12x-7x=1260 \Leftrightarrow 5x=1260 \Leftrightarrow x=252\)
  8. \( 3 x-4=\frac{x}{9}+178 \overset{\mbox{ .9 }}{ \Leftrightarrow } 27x-36=x+1602 \Leftrightarrow 27x-x=1602+36 \Leftrightarrow 26x=1638 \Leftrightarrow x=63\)
  9. \( 4 x-9=\frac{x}{3}+13 \overset{\mbox{ .3 }}{ \Leftrightarrow } 12x-27=x+39 \Leftrightarrow 12x-x=39+27 \Leftrightarrow 11x=66 \Leftrightarrow x=6\)
  10. \( 8 x-5=\frac{x}{5}+268 \overset{\mbox{ .5 }}{ \Leftrightarrow } 40x-25=x+1340 \Leftrightarrow 40x-x=1340+25 \Leftrightarrow 39x=1365 \Leftrightarrow x=35\)
  11. \(x-35 = 21\Leftrightarrow x=21+ 35 \Leftrightarrow x = 56\)
  12. \( \frac{1}{5}x-\frac{1}{6}x=2 \overset{\mbox{ .30 }}{ \Leftrightarrow } 6x-5x=60 \Leftrightarrow 1x=60 \Leftrightarrow x=60\)
Oefeningengenerator vanhoeckes.be/wiskunde 2025-04-02 04:33:55