Krachten

Hoofdmenu Eentje per keer 

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

  1. \(\)Op Saturnus (g = 9,05 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 36,2 N. Bereken de massa van het voorwerp. \(\)
  2. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Inaya met een kracht van 800 N. Farah trekt onder een hoek van 90° met een kracht van 900 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  3. \(\)Een winkelkar wordt geduwd door Nabil met een kracht van 400 N. Dina staat aan de andere kant van de kar en trekt met een kracht van 1000 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  4. \(\)Op Jupiter (g = 22,9 N/kg) ondervindt een voorwerp een zwaartekracht van 229 N. Bereken de zwaartekracht van het voorwerp op Aarde (g = 9,81 N/kg). \(\)
  5. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Robin met een kracht van 900 N. Roukaya trekt onder een hoek van 90° met een kracht van 400 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  6. \(\)Inaya en Zaid trekken aan weerszijden van een winkelkar. Inaya trekt met een kracht van 600 N, Zaid met een kracht van 900 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  7. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Imane met een kracht van 500 N. Dina trekt onder een hoek van 90° met een kracht van 600 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  8. \(\)Een veer (k = 3 N/m) ondervindt een veerkracht van 18,6 N. Hoeveel cm rekt zij uit? \(\)
  9. \(\)Een winkelkar wordt getrokken door Anissa met een kracht van 900 N. Nada trekt onder een hoek van 90° met een kracht van 1000 N. Teken en bepaal de resulterende kracht\(\)
  10. \(\)Welke zwaartekracht ondervindt een voorwerp van 20 kg op Saturnus (g = 9,05 N/kg)? \(\)
  11. \(\)Een veer verlengt 4 dm en ondervindt een veerkracht van 5,2 N. Wat is de veerconstante? \(\)
  12. \(\)Een veer (k = 13 N/m) ondervindt een veerkracht van 91 N. Hoeveel dm rekt zij uit? \(\)

Zet het vraagstuk om in wiskundetaal en bereken

Verbetersleutel

  1. \(m = \dfrac{F_Z}{g} = \dfrac{36,2N}{9,05 N/kg} = 4 kg \\ \text{De massa van het voorwerp is 4 kg}\)
  2. \(\rightarrow F_{Inaya} = 800 N ; F_{Farah} = 900 N \uparrow \\F_R = \sqrt{800^2 + 900^2} N \text{(Pythagoras)} \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van (afgerond) 1204,2 N }\)
  3. \(\rightarrow F_{Nabil} = 400 N ; F_{Dina} = 1000 N \rightarrow \\F_R = 400 N + 1000 N = 1400 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 1400 N naar Dina toe}\)
  4. \(m = \dfrac{F_Z}{9,81 N/kg} = \dfrac{229 N}{22,9 N/kg} \\ \Leftrightarrow F_Z = \dfrac{229 N .9,81 N/kg}{22,9 N/kg} = 98,1N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Aarde is 98,1N }\)
  5. \(\rightarrow F_{Robin} = 900 N ; F_{Roukaya} = 400 N \uparrow \\F_R = \sqrt{900^2 + 400^2} N \text{(Pythagoras)} \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van (afgerond) 984,9 N }\)
  6. \(\leftarrow F_{Inaya} = 600 N ; F_{Zaid} = 900 N \rightarrow \\F_R = 900 N - 600 N = 300 N \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van 300 N naar Zaid toe}\)
  7. \(\rightarrow F_{Imane} = 500 N ; F_{Dina} = 600 N \uparrow \\F_R = \sqrt{500^2 + 600^2} N \text{(Pythagoras)} \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van (afgerond) 781 N }\)
  8. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{18,6 N}{3 N/m} = 6,2m =620 cm \\ \text{De veer rekt 620 cm uit}\)
  9. \(\rightarrow F_{Anissa} = 900 N ; F_{Nada} = 1000 N \uparrow \\F_R = \sqrt{900^2 + 1000^2} N \text{(Pythagoras)} \\ \text{De kar beweegt met een resulterende kracht van (afgerond) 1345,4 N }\)
  10. \(F_Z = m . g = (20 kg) . (9,05 N/kg) = 181N \\ \text{De zwaartekracht die het voorwerp ondervindt op Saturnus is 181N }\)
  11. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow k = \dfrac{F_V}{\Delta l} = \dfrac{5,2N}{0,4m} = 13 N/m \\ \text{De veerconstante is 13 N/m}\)
  12. \(F_V = k . \Delta l \\ \Leftrightarrow \Delta l = \dfrac{91 N}{13 N/m} = 7m =70 dm \\ \text{De veer rekt 70 dm uit}\)
Oefeningengenerator vanhoeckes.be/wiskunde 2024-05-03 08:11:18