Reken uit
- \(\)Je bakent met een touw een rechthoekig gebied af met lengte 15 m en breedte 5 m. Hoe groot is dat gebied?\(\)
- \(\)De leerkracht LO bakent een rechthoekig gebied af met lengte 12 m en breedte 11 m en bedekt het met een zeil. Hoe groot is dit zeil?\(\)
- \(\)Je verzaagt een lange plank tot een kader voor een poster met lengte 12 dm en breedte 12 dm. Hoe groot is die poster?\(\)
- \(\)Je versiert een foto met lengte 18 cm en breedte 6 cm met een felkleurig lint. Hoe lang moet je lint minstens zijn?\(\)
- \(\)Je verft een rechthoekig plankje met lengte 12 cm en breedte 16 cm. Hoe groot is het beschilderde oppervlak?\(\)
- \(\)Je versiert een foto met lengte 3 cm en breedte 18 cm met een felkleurig lint. Hoe lang moet je lint minstens zijn?\(\)
- \(\)Je bakent met een touw een rechthoekig gebied af met lengte 4 m en breedte 12 m. Hoe groot is dat gebied?\(\)
- \(\)Je versiert een foto met lengte 7 cm en breedte 13 cm met een felkleurig lint. Hoe lang moet je lint minstens zijn?\(\)
- \(\)Je bakent met een touw een rechthoekig gebied af met lengte 5 m en breedte 3 m. Hoe lang moet je touw minstens zijn?\(\)
- \(\)De leerkracht LO bakent een rechthoekig gebied af met lengte 19 m en breedte 14 m en bedekt het met een zeil. Hoe groot is dit zeil?\(\)
- \(\)Je bakent met een touw een rechthoekig gebied af met lengte 10 m en breedte 5 m. Hoe groot is dat gebied?\(\)
- \(\)De leerkracht LO bakent een rechthoekig gebied af met lengte 10 m en breedte 6 m en bedekt het met een zeil. Hoeveel meter is één rondje rond dit gebied?\(\)
Reken uit
Verbetersleutel
- \(15\text{ m}\times5\text{ m}=75\text{ m}^2\)
- \(12\text{ m}\times11\text{ m}=132\text{ m}^2\)
- \(12\text{ dm}\times12\text{ dm}=144\text{ dm}^2\)
- \(2 \times (18\text{ cm}+6\text{ cm})=48\text{ cm}\)
- \(12\text{ cm}\times16\text{ cm}=192\text{ cm}^2\)
- \(2 \times (3\text{ cm}+18\text{ cm})=42\text{ cm}\)
- \(4\text{ m}\times12\text{ m}=48\text{ m}^2\)
- \(2 \times (7\text{ cm}+13\text{ cm})=40\text{ cm}\)
- \(2 \times (5\text{ m}+3\text{ m})=16\text{ m}\)
- \(19\text{ m}\times14\text{ m}=266\text{ m}^2\)
- \(10\text{ m}\times5\text{ m}=50\text{ m}^2\)
- \(2 \times (10\text{ m}+6\text{ m})=32\text{ m}\)