Instapvraagstukken

Hoofdmenu Eentje per keer 

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

  1. \(\text{Lina heeft 3 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 73 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\)
  2. \(\text{Maxim heeft 27 euro uitgegeven aan een gouden Pokemonkaart.} \\ \text{Er is nu nog 221 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Maxim voor de aankoop?}\)
  3. \(\text{Jana gaat 5 dagen in de week fietsen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal tourkes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 105 km gefietst.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\)
  4. \(\text{Lina heeft 7 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 42 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\)
  5. \(\text{Froukje heeft 5 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 36 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\)
  6. \(\text{Loubna gaat 3 dagen in de week lopen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal rondes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 12 km gelopen.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\)
  7. \(\text{Maxim heeft 59 euro uitgegeven aan een spidermanpak.} \\ \text{Er is nu nog 194 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Maxim voor de aankoop?}\)
  8. \(\text{Sarah gaat 6 dagen in de week zwemmen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal baantjes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 2.4 km gezwommen.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\)
  9. \(\text{Lina heeft 3 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 55 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\)
  10. \(\text{Lina heeft 7 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 88 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\)
  11. \(\text{Jana gaat 4 dagen in de week schaatsen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal rondjes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 16 km geschaatst.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\)
  12. \(\text{Lina heeft 3 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 49 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\)

Gebruik het stappenplan voor het oplossen van vraagstukken.

Verbetersleutel

  1. \(\text{Lina heeft 3 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 73 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per chocolade} \\ 3.x = 73 \\ \Leftrightarrow x = \frac{73}{3} = 24.33 \\ \text{Lina kan maximaal 24.33 euro uitgeven aan een gram chocolade}\)
  2. \(\text{Maxim heeft 27 euro uitgegeven aan een gouden Pokemonkaart.} \\ \text{Er is nu nog 221 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Maxim voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Maxim voor de aankoop} \\ x - 27 = 221 \\ \Leftrightarrow x = 221 + 27 = 248 \\ \text{Maxim had 248 euro}\)
  3. \(\text{Jana gaat 5 dagen in de week fietsen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal tourkes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 105 km gefietst.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\\ \text{x is het aantal km per tourke} \\ 5.x = 105 \\ \Leftrightarrow x = \frac{105}{5} = 21 \\ \text{Jana legt 21 km af per tourke}\)
  4. \(\text{Lina heeft 7 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 42 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per chocolade} \\ 7.x = 42 \\ \Leftrightarrow x = \frac{42}{7} = 6 \\ \text{Lina kan maximaal 6 euro uitgeven aan een gram chocolade}\)
  5. \(\text{Froukje heeft 5 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 36 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per chocolade} \\ 5.x = 36 \\ \Leftrightarrow x = \frac{36}{5} = 7.2 \\ \text{Froukje kan maximaal 7.2 euro uitgeven aan een gram chocolade}\)
  6. \(\text{Loubna gaat 3 dagen in de week lopen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal rondes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 12 km gelopen.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\\ \text{x is het aantal km per ronde} \\ 3.x = 12 \\ \Leftrightarrow x = \frac{12}{3} = 4 \\ \text{Loubna legt 4 km af per ronde}\)
  7. \(\text{Maxim heeft 59 euro uitgegeven aan een spidermanpak.} \\ \text{Er is nu nog 194 euro over.} \\ \text{Hoeveel geld had Maxim voor de aankoop?}\\ \text{x is de hoeveelheid geld van Maxim voor de aankoop} \\ x - 59 = 194 \\ \Leftrightarrow x = 194 + 59 = 253 \\ \text{Maxim had 253 euro}\)
  8. \(\text{Sarah gaat 6 dagen in de week zwemmen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal baantjes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 2.4 km gezwommen.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\\ \text{x is het aantal km per baantje} \\ 6.x = 2.4 \\ \Leftrightarrow x = \frac{2.4}{6} = 0.4 \\ \text{Sarah legt 0.4 km af per baantje}\)
  9. \(\text{Lina heeft 3 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 55 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per chocolade} \\ 3.x = 55 \\ \Leftrightarrow x = \frac{55}{3} = 18.33 \\ \text{Lina kan maximaal 18.33 euro uitgeven aan een gram chocolade}\)
  10. \(\text{Lina heeft 7 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 88 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per chocolade} \\ 7.x = 88 \\ \Leftrightarrow x = \frac{88}{7} = 12.57 \\ \text{Lina kan maximaal 12.57 euro uitgeven aan een gram chocolade}\)
  11. \(\text{Jana gaat 4 dagen in de week schaatsen.} \\ \text{Ze doet elke keer hetzelfde aantal rondjes.} \\ \text{Aan het einde van de week heeft ze 16 km geschaatst.} \\ \text{Hoeveel km legt ze af per dag?}\\ \text{x is het aantal km per rondje} \\ 4.x = 16 \\ \Leftrightarrow x = \frac{16}{4} = 4 \\ \text{Jana legt 4 km af per rondje}\)
  12. \(\text{Lina heeft 3 gram chocolade nodig om chocoladecakes te bakken.} \\ \text{Ze heeft een budget van maximaal 49 euro.} \\ \text{Hoeveel mag de chocolade per gram maximaal kosten?}\\ \text{x is maximale kost per chocolade} \\ 3.x = 49 \\ \Leftrightarrow x = \frac{49}{3} = 16.33 \\ \text{Lina kan maximaal 16.33 euro uitgeven aan een gram chocolade}\)
Oefeningengenerator vanhoeckes.be/wiskunde 2024-05-14 14:00:36