Rechthoek

Hoofdmenu Eentje per keer 

Reken uit

  1. \(\)Je versiert een foto met lengte 10 cm en breedte 7 cm met een felkleurig lint. Hoe lang moet je lint minstens zijn?\(\)
  2. \(\)Je bakent met een touw een rechthoekig gebied af met lengte 9 m en breedte 17 m. Hoe lang moet je touw minstens zijn?\(\)
  3. \(\)De leerkracht LO bakent een rechthoekig gebied af met lengte 19 m en breedte 4 m en bedekt het met een zeil. Hoeveel meter is één rondje rond dit gebied?\(\)
  4. \(\)Je versiert een foto met lengte 11 cm en breedte 11 cm met een felkleurig lint. Hoe lang moet je lint minstens zijn?\(\)
  5. \(\)Je verft een rechthoekig plankje met lengte 5 cm en breedte 15 cm. Hoe groot is het beschilderde oppervlak?\(\)
  6. \(\)Je bakent met een touw een rechthoekig gebied af met lengte 7 m en breedte 9 m. Hoe groot is dat gebied?\(\)
  7. \(\)Je kleurt de rand van een strook papier met lengte 19 cm en breedte 11 cm. Hoeveel centimeter moet je kleuren?\(\)
  8. \(\)Je verzaagt een lange plank tot een kader voor een poster met lengte 5 dm en breedte 18 dm. Hoe lang moet de plank minstens zijn?\(\)
  9. \(\)Je bakent met een touw een rechthoekig gebied af met lengte 15 m en breedte 13 m. Hoe lang moet je touw minstens zijn?\(\)
  10. \(\)Je versiert een foto met lengte 15 cm en breedte 18 cm met een felkleurig lint. Hoe groot is die foto?\(\)
  11. \(\)Je kleurt de rand van een strook papier met lengte 17 cm en breedte 8 cm. Hoeveel centimeter moet je kleuren?\(\)
  12. \(\)De leerkracht LO bakent een rechthoekig gebied af met lengte 17 m en breedte 3 m en bedekt het met een zeil. Hoeveel meter is één rondje rond dit gebied?\(\)

Reken uit

Verbetersleutel

  1. \(2 \times (10\text{ cm}+7\text{ cm})=34\text{ cm}\)
  2. \(2 \times (9\text{ m}+17\text{ m})=52\text{ m}\)
  3. \(2 \times (19\text{ m}+4\text{ m})=46\text{ m}\)
  4. \(2 \times (11\text{ cm}+11\text{ cm})=44\text{ cm}\)
  5. \(5\text{ cm}\times15\text{ cm}=75\text{ cm}^2\)
  6. \(7\text{ m}\times9\text{ m}=63\text{ m}^2\)
  7. \(2 \times (19\text{ cm}+11\text{ cm})=60\text{ cm}\)
  8. \(2 \times (5\text{ dm}+18\text{ dm})=46\text{ dm}\)
  9. \(2 \times (15\text{ m}+13\text{ m})=56\text{ m}\)
  10. \(15\text{ cm}\times18\text{ cm}=270\text{ cm}^2\)
  11. \(2 \times (17\text{ cm}+8\text{ cm})=50\text{ cm}\)
  12. \(2 \times (17\text{ m}+3\text{ m})=40\text{ m}\)
Oefeningengenerator vanhoeckes.be/wiskunde 2024-05-14 09:39:44